Holderdebolderkar

Op donderdag 1 november 2018 moest Minister Cora van Nieuwenhuizen in de Tweede Kamer vragen beantwoorden over het ongeluk in Oss op 20 september en over ‘t van de weg halen van de stint. Hoe vreselijk dit ongeluk ook is: wat de afhandeling door het ministerie betreft kunnen we inmiddels spreken over de soap rond de bolderkar.

Even het geheugen opfrissen? Stelt u zich Arjen Lubach voor die met een aanwijsstok voor een wandkaart staat. Dat helpt misschien. Op de wandkaart worden diverse slides getoond: hoeveel stints zijn er in Nederland? Wat voor bijzondere bromfietsen rijden er ondertussen nog meer rond? Van waar naar waar reed de bolderkar in Oss en wat was de snelheid? Vanaf welke afstand kon de bestuurder zien dat de spoorbomen dicht gingen? Hoeveel spoorbomen waren er? Had de bestuurder nog kunnen uitwijken naar links of naar rechts?

Zoiets als de presentatie waar TNO ‘rond de jaarwisseling’ mee komt maar dan nu. ‘We weten niet wat voor stints er rondrijden’ zei de minister donderdagavond in de Tweede Kamer. Dat lijkt me niet handig voor een minister die gaat over het vervoer en verkeer. In heel Nederland. Toegegeven, je hebt hier nogal wat segways, pedelecs en hoverboards en dus ook de stint. Kennelijk willen we heel graag van A naar B, op wat voor manier dan ook. Maar we hebben ook al jaren een Rijksdienst voor het Wegverkeer en als er een lampje kapot is op je auto, krijg je hem niet door de keuring heen. Je zou dus verwachten dat de minister en de Rijksdienst weten wat voor bijzondere bromfietsen er rondrijden in Nederland.

Nee dus. De minister weet niet welke stints er rondrijden. Ze geeft toe dat er geen sprake is van toezicht. Dat heeft te maken met de terugtredende overheid. ‘Laat de markt het maar regelen, dan komt het wel goed.’ Je hoort ‘t Rutte zeggen. En wat zei de minister over het toelaten van die vreemde bromfietsen? Dat was omdat de regering ‘geen rem wilde zetten op de innovatieve ontwikkelingen’. Daarom mag iemand van zestien zonder rijbewijs, zonder training en zonder kenteken de weg op met een elektrisch voertuig waar tien kinderen in passen. En de minister komt weg met de opmerking dat ze werkt aan een Strategisch Plan Verkeersveiligheid dat klaar moet zijn ‘rond de jaarwisseling’.

Dat is wel een beetje laat voor een ‘strategisch plan’. Maar dit is niet het enige terrein waarop de overheid terugtreedt. Er worden ziekenhuizen geprivatiseerd die daarna failliet gaan zodat ruim twintigduizend mensen medisch een goed heenkomen moeten zoeken. Nog niet eerder vertoond: artsen demonstreren op de Dam tegen de sluiting van het Slotervaart-ziekenhuis. Minister Bruins gaat nu vast werken aan een Strategisch Plan.

Dat mag hij binnenkort ook gaan doen voor de ouderenzorg. Er zijn in Nederland duizenden vrijwilligers die de oudere medemens helpen. Mantelzorg. Dat moet ook van Mark Rutte. Door de bezuinigingen heeft het medische personeel geen tijd meer voor een praatje. Vrijwilligers doen dat en helpen de ouderen met hun bankzaken, hun belastingaangifte en halen ook geld uit de muur omdat er steeds minder bankfilialen in de buurt zijn. Over een tijdje zal een van die vrijwilligers er vandoor gaan met twintig pinpassen, de rekeningen plunderen en even later cocktails drinken op een tropisch eiland. Er wordt schande van gesproken. Er worden kamervragen gesteld. Hoe heeft ’t zo ver kunnen komen? En waarom is er niet meer toezicht op degenen die bankzaken regelen voor ouderen? De minister weet niet hoe hoe dit allemaal zo gekomen is.

Nog eentje dan? Okee, nog eentje. Die verdwijnende bankfilialen, wat stellen de financiële jongens en meisjes daarvoor in de plaats? Nou: dat je online kunt bankieren. Zelfs heel hip op de mobiele telefoon. Handig hoor, een overzicht van je vaste lasten proberen te krijgen op zo’n priegel-schermpje. Maar goed, is het ook veilig? Of zal over een poosje blijken dat iemand erin is geslaagd om mobiel banken te beroven? Die iemand heeft via wifi de wachtwoorden van tientallen mensen bemachtigd, haalt online hun rekeningen leeg en zit even later op hetzelfde eiland tropische cocktails te drinken. En weer wast de minster zijn handen in onschuld en weet van niets.

Maar de minister moet wel van iets weten, niet alles overlaten aan de markt en een beetje toezicht houden. Daar is de minister voor bedoeld. Zoals de Tweede Kamer bedoeld is om toezicht te houden op de minister, en dat vorige week ook heeft gedaan. Soort van. Wat we in ieder geval niet verwachten is dat de minister – als de boel uit de hand is gelopen – schouderophalend zegt: ‘we weten niet wat er allemaal gebeurt in Nederland en hoe dat zo is gekomen maar we gaan een strategisch plan maken.’